Curator Anne-Claire Schmitz over de expo Jim Shaw — The Ties That Bind (de banden die verbinden)
Door Anne-Claire Schmitz
De artistieke praktijk van Jim Shaw
Al vijf decennia ontwikkelt Jim Shaw een complex en spannend oeuvre dat bestaat uit foto’s, tekeningen, schilderijen, sculpturen, installaties, films en muzikale performances. De veelheid aan werken van de kunstenaar is niet alleen duizelingwekkend, maar ook inspirerend, omdat ze de kracht van cultuur bevestigt als een creatieve energie, vernieuwend en altijd in beweging.
Hoewel hij werkt vanuit het perspectief van een blanke man uit de middenklasse – een zogenaamde WASP, ‘white Anglo-Saxon Protestant’ – wist Shaw een cultstatus te verwerven en is hij zonder twijfel een toonaangevende persoonlijkheid binnen de Californische kunstscène en een van de meest invloedrijke Noord-Amerikaanse kunstenaars van het moment.
Als geen ander geeft hij vorm aan een oeuvre dat opereert op het snijvlak van fictie en realiteit, individu en collectief. Voortgedreven door twijfel en geloof, stelt Jim Shaw zich kritisch op tegenover de Noord-Amerikaanse samenleving waarvan hij een product is, en waarbinnen hij zijn kunstpraktijk ontwikkelt. De mythes die de basis vormen van deze maatschappij, zoals religie, muziek, populaire overtuigingen, de entertainmentindustrie, reclame en zelfs samenzweringstheorieën, doen dienst als inspiratiebron, onderwerp en grondstof voor de kunstenaar. Op deze manier laat Shaw niet alleen grenzen vervagen binnen de kunst, maar ook die van persoonlijke en collectieve verantwoordelijkheid aan de oorsprong van de narratieve stroom die we ‘cultuur’ noemen: de complexe menselijke onderneming die het leven betekenis geeft en normeert.
“A penultimate statement when no penultimate statement can’t be made.”
Jim Shaw
Zijn oeuvre
Sinds het begin van de jaren 1970 is Jim Shaw onophoudelijk bezig zijn dromen en gedachten te destilleren, organiseren en vervormen. Als kunstenaar met een encyclopedische kennis is hij tegelijk fervent consument, als producent van culturen en tegenculturen die de context bepalen waarin hij opereert: strips, monstertijdschriften, Hollywoodfilms, kunstgeschiedenis, punkmuziek, psychedelische posters, karikaturen en amateurkunsten.
Shaw werd bekend met gedroomde en verzonnen narratieve cyclussen. Een van de bekendste is My Mirage (1986–1991), een reeks van 174 tekeningen en animaties die verhalen over de beproevingen van Billy, een gemiddelde Amerikaanse babyboomer, tijdens de naoorlogse jaren van hoogconjunctuur. In de jaren 1990 produceerde hij onvermoeibaar meer dan tweehonderd Dream Drawings (1992–2000), een visuele neerslag van nachtelijke dromen en gedachten die later inspireerden tot sculpturen met de titel Dream Objects (1995 tot heden).
In 2002 bedacht hij het Oisme (1999 tot heden), een fictieve pseudoreligie rond de godin ‘O’, die het uitgangspunt werd voor een ensemble van installaties, films, tekeningen, schilderijen en performances gecreëerd vanuit het perspectief van een feministische samenleving. Vanaf 2004 gebruikt Shaw tweedehands, beschilderde decordoeken, doordrongen van een nostalgische Amerikaanse esthetiek, en eigent ze toe als canvas en achtergrond voor een serie monumentale schilderijen met de titel Left Behind.
Een andere pijler van zijn praktijk zijn de vernaculaire (objecten en geschriften die zeer specifiek zijn voor een lokale cultuur) verzamelingen zoals religieus lesmateriaal, gevonden foto’s en tekeningen, oude tijdschriften, strips, paperbacks uit de jaren 1940 en 1960, en de beroemde Thrift Store Paintings (1974 tot heden), een steeds verder uitbreidende collectie van amateurschilderijen die Shaw in de loop der tijd heeft geselecteerd en gekocht in tweedehandswinkels en op rommelmarkten.
Of ze nu voortkomen uit de creatie van een alter ego, het onderbewuste van de kunstenaar, afdankertjes van de Hollywood-industrie of een hoop anonieme auteurs, alle verhalen van Shaw worden gekoloniseerd door de geesten van een tijdperk dat geconfronteerd wordt met zijn eigen verlangens en frustraties. Het zijn diezelfde geesten die rondspoken in de hedendaagse wereld waarrond de tentoonstelling draait.
De expo ‘The Ties That Bind’
The Ties That Bind onderzoekt Shaw’s artistieke praktijk die al bijna vijftig jaar de escalatie van een politiek en cultureel klimaat weerspiegelt, of misschien zelfs voorspelt, dat nu in staat van implosie en transformatie verkeert. In een tijd waarin de samenleving steeds meer gepolariseerd raakt, is zijn kunst een ideale bondgenoot voor het bevragen van de – soms halsstarrige – ideologische grondslagen die wortel hebben geschoten in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog en sindsdien de Verenigde Staten van Amerika en bij uitbreiding de Westerse wereld zijn blijven vormen.
De tentoonstelling focust op recent werk van Shaw, dat tot nu toe nog niet vaak in musea was te zien, naast een selectie historische werken die de manier waarop de kunstenaar de tijd waarin we leven analyseert, illustreren. Zo ontrafelt The Ties That Bind zich als een landschap met een bevreemdende sfeer, tegelijk statisch en veranderlijk, bevreemdend en fascinerend, spookachtig en bevrijdend.
Deze eerste solotentoonstelling van Jim Shaw in België bevat tekeningen, schilderijen, video’s en foto’s naast grote immersieve installaties. Ze belichten een aantal kernmotieven, die al vroeg aanwezig waren binnen zijn oeuvre, zoals mannelijke figuren (waaronder zelfportretten), kapsels en pruiken, monsters en geesten, en huishoudapparaten. Al deze elementen weerspiegelen Jim Shaw’s interesse in het analyseren van structuren van macht en controle, zoals bij uitstek het patriarchale model, en de witte, Noord-Amerikaanse en kapitalistische suprematie. Door op dezelfde nagel te blijven kloppen, stelt Shaw conservatieve tendensen en dominante waarden ter discussie, en dat aan beide uiteinden van het democratisch systeem.
Studietekeningen
The Ties That Bind opent met een selectie van meer dan 150 studietekeningen van de afgelopen tien jaar. Samen vormen ze een mentaal landschap dat als basis dient voor de rest van de tentoonstelling en leggen ze de observaties en bezorgdheden bloot in het denken van Shaw. De kunstenaar is een begenadigd tekenaar en maakt zich meester van uiteenlopende grafische stijlen: van politieke karikaturen tot strips, naoorlogse reclame, hyperrealisme en de schilderijen van Pieter Breughel de Oude. Hij put zowel uit bestaande beelden die hij hergebruikt, als uit zijn verbeelding. Met deze techniek van gecontroleerde, uiterst precieze pseudocollage documenteert de kunstenaar zijn onderzoek naar de complexiteit van historische en actuele sociale en politieke gebeurtenissen, die hij voortdurend analyseert, verwerkt en zelfs transformeert.
“By the time I was going to art schools, the rendering aspect of drawing was really minor. I took the requisite 2 to 3 years of figure drawing. But when I was starting to draw comic stuff, I realized that I was stuck with working from photographs. And so I used the dream drawings as a way of getting better at just pulling it out of my head and onto the paper.”
Jim Shaw
Schilderijen
Deze potloodtekeningen zijn zowel een technisch als conceptueel hulpmiddel en dienen als voorstudies voor minutieus opgebouwde schilderijen. Hoewel schilderkunst altijd al alomtegenwoordig is geweest in het oeuvre Jim Shaw, lijkt ze de laatste vijftien jaar een bijzondere plaats in zijn werk te hebben ingenomen, wat samenvalt met een periode waarin de beeldcultuur een kentering onderging door de opkomst van sociale netwerken. Je kunt je daarom afvragen of ‘de goede oude’ schilderkunst, die Shaw heeft gekozen, echt het meest betrouwbare en effectieve medium is om te voldoen aan zijn verlangen om zijn visie op de wereld van vandaag uit te drukken? Misschien moeten we rekening houden met Jim Shaw’s vermogen om van schilderen iets te maken dat veel complexer is dan het lijkt, iets dat verder gaat dan onze relatie tot het beeld en representatie, iets dat springlevend en verleidelijk is, tegelijk van zijn tijd en verouderd, en dat tegelijk vertrouwen wekt en de waarheid tart.
The Electronic Monster and Thirteen Ghosts
The Electronic Monster and Thirteen Ghosts (2024) is een nieuw werk dat voor deze tentoonstelling werd gecreëerd. Het is geïnspireerd op de herinnering aan twee monsterfilms die Jim Shaw in de bioscoop zag toen hij negen jaar oud was. De installatie brengt zingende pruiken, een agressieve stofzuiger, catalogusmodellen, holbewoners, een hybride wezen dat het midden houdt tussen gebak en ingewanden, en de geesten van de industriële macht en het consumentisme samen in een ultieme, groteske, uit de pas lopende dans. Het werk brengt de bouwstenen en brokstukken van de Amerikaanse samenleving aan de oppervlakte, als een ideologie op drift, zwevend maar toch heel aanwezig. In veel werken zet Jim Shaw een vintage esthetiek in, die toont hoe belangrijk de jaren 1960 waren voor zijn opvattingen als beginnend kunstenaar, en die hij nu gebruikt als een treffend middel om “de mythologische gouden eeuw van het patriarchaat in het naoorlogse Amerika, waar witte mannen alles beheersten” zowel uit te beelden als te ondermijnen. Het werk confronteert kijkers met hun typisch Europees standpunt: dat met een combinatie van nieuwsgierigheid en afkeuring kijkt naar een stereotiep Amerika, dat enkel ergens voorbij de werkelijkheid bestaat.
The Wig Museum
Verderop in de tentoonstelling is The Wig Museum te zien, dat voortkwam uit een droom die Jim Shaw in 1999 had: slenterend door de straten van Tijuana op zoek naar een hotdog, kwam hij bij de ingang van een pruikenmuseum, waar een man hem aansprak en zich voorstelde als curator. Pas veel later, in 2017, zette hij zijn droom om in werkelijkheid en creëerde hij The Wig Museum, een theatrale installatie waar bezoekers doorheen kunnen lopen, door de kunstenaar omschreven als een poort naar een “winkelcentrum in de hel”. In dit werk brengt Jim Shaw zijn fascinatie voor haar, of het nu kunstmatig (pruiken) of natuurlijk is, tot een hoogtepunt. Hij bekijkt haar als een sculpturale massa, die in staat is om de wildste ambities van de machtshebbers van deze wereld uit te drukken – neem bijvoorbeeld het kapsel van een 18e-eeuwse Franse aristocraat of de ietwat extravagante kapsels die kenmerkend zijn voor veel populistische leiders vandaag.
“Looking at all of the men of the 1890s, the robber barons, they had these insane facial hair things that were their sort of masculine identity and represented power in some way.”
Jim Shaw
Thrift Store Paintings
Aan de andere kant van het spectrum van macht en controle bevindt zich een ander ‘museum’, dit keer gewijd aan de onderbuik van culturele productie: de collectie Thrift Store Paintings. Dit is de meest uitgebreide presentatie tot nu toe van een oeuvre dat bestaat uit meer dan 500 schilderijen die door Jim Shaw sinds de jaren 1970 werden verzameld. De opstelling door de kunstenaar zelf rangschikt de werken subjectief volgens thema en genre: huiselijke taferelen, stillevens, dierenschilderijen, clowns, sport, naakten, surrealisme, religie, portretten en abstractie. Shaw heeft elk schilderij zorgvuldig gekozen. In elk werk probeert hij een glimp op te vangen van het onderbewuste van Amerikanen, of van mensen in het algemeen. Shaw redt zo deze werken van honderden amateurkunstenaars van de vergetelheid; ooit geschonken, verloren of doorverkocht, bevinden ze zich nu in het museum als een essentieel onderdeel van zijn monument voor de volkscultuur.
The Ties That Bind dompelt ons onder in Jim Shaw’s allegorische wereld, waar traditie en vernieuwing, populaire cultuur en politiek, maatschappijkritiek en humor onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Als scherp observator van de wereld om hem heen toont Jim Shaw zijn pogingen om de werkelijkheid weer te geven zoals hij die voor zijn ogen ziet ontvouwen: een kluwen van waarden en overtuigingen dat ons bindt, ten goede of ten kwade.
Het platform
Wie meer wil weten over Jim Shaw, zijn werk en de expo The Ties That Bind kan terecht op jimshaw.ensembles.org.
Biografie van de kunstenaar
Jim Shaw werd in 1952 geboren in Midland, in de staat Michigan, in het noordoosten van de Verenigde Staten. Hij woont en werkt in Los Angeles en Milford. Van 1971 tot 1974 studeerde Jim Shaw Beeldende Kunst aan de Universiteit van Michigan in Ann Arbor. Daar ontmoette hij Mike Kelley, met wie hij bevriend raakte en regelmatig samenwerkte. In 1974 richtte hij samen met collega-kunstenaars en filmmakers Mike Kelley, Cary Loren en Niagra de proto-punkgroep Destroy All Monsters op.
In 1978 behaalde hij een Master of Fine Arts aan CalArts (het California Institute of the Arts) en maakte hij deel uit van de opkomende scène in Californië naast kunstenaars als Georganne Deen, Mike Kelley, John Miller, Tony Oursler, Raymond Petitbon, Mitchell Syrop, Megan Williams en Robert Williams. Jim Shaw werkte lange tijd in de filmindustrie als tekenaar en kunstenaar gespecialiseerd in speciale effecten om zijn artistieke productie te financieren, tot hij zich halverwege de jaren tachtig volledig op zijn kunst toelegde. Hij werkte voornamelijk aan horror-, sciencefiction- en fantasyfilms zoals Tree of Life (2011), The Abyss (1989), A Nightmare on Elm Street 4: The Dream Master (1988), Hidden (1987), Objectif Terrienne (1988), The Forbidden Zone (1980), Tron (1982) en talloze reclamespots.
“Being stuck in the past is kind of normal. We’re rooted in stuff that we were affected by as children. Self-hatred is a major part of my work. I’m like a self-hating narcissist, I think. I guess I’m not the worst narcissist in the world. I could never imagine thinking that I ought to be president or something like that.”
Jim Shaw
In 2015 wijdde het New Museum, New York (VS) een grote overzichtstentoonstelling aan zijn werk, onder de titel The End is Here. Andere solotentoonstellingen waren te zien in de Marciano Art Foundation, Los Angeles (Verenigde Staten); het Massachusetts Museum of Contemporary Art, North Adams (Verenigde Staten); het Baltic Centre for Contemporary Art, Gateshead (Verenigd Koninkrijk); het Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam (Nederland); CAPC, Musée d’Art Contemporain, Bordeaux (Frankrijk); MoMA PS1, New York (VS); Magasin, Centre National d’Art Contemporain, Grenoble (Frankrijk); Institute of Contemporary Arts, Londen (VK); en Musée d’Art Moderne et Contemporain, Genève (Zwitserland). Zijn werk was te zien in groepstentoonstellingen in het Walker Art Center, Minneapolis; het Los Angeles County Museum of Art; het New Museum, New York; het Museum of Modern Art, New York; het Centre Pompidou, Parijs; en het Museum of Contemporary Art, Los Angeles. Hij nam ook deel aan de 55e Biënnale van Venetië in 2013.